Voor het convenant zijn ambitieuze afspraken opgesteld. Deze zijn strenger dan de huidige wettelijke normen zodat er sneller, goedkoper en duurzame woningen gebouwd kunnen worden.
Vanuit gemeenten en marktpartijen kwam het signaal dat er grote behoefte was aan afspraken op het gebied van duurzame woningbouw. Bijvoorbeeld over circulariteit, natuurinclusief bouwen, klimaatadaptatie en energiegebruik. Provincie Utrecht en MRA hebben gehoor gegeven aan deze oproep en het convenant vormgegeven. Uiteraard in samenspraak met vertegenwoordigers van bouwbedrijven, ontwikkelaars en overheidsinstellingen.
Het convenant is inmiddels ondertekend door meer dan 75 organisaties, waaronder 30 gemeenten, 3 provincies en meer dan 30 ontwikkelaars en bouwbedrijven.

Convenant als landelijke norm
De opstellers van het convenant willen dat de afspraken over de woningbouwnormen gaan gelden als landelijke norm. Het ministerie van Binnenlandse Zaken (waar Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening onder valt) heeft al interesse getoond en volgt de uitvoering van het convenant nauwgezet.
Uitwerking voor Veenendaal
De gemeente Veenendaal heeft het convenant vertaald naar het Puntensysteem Omgevingsvisie en legt daarmee de afspraken uit het convenant juridisch vast bij woningbouwontwikkelingen. Veenendaal is daarmee een stapje verder om te komen tot de verduurzaming van de woningbouw.
Het convenant dient ook als platform waarin organisaties elkaar vinden om de gemaakte afspraken te vertalen naar de praktijk. Het platform, dat Toekomstbestendig Bouwen heet, wordt ook gebruikt om kennis te delen, zodat er geleerd en onderzocht kan worden op welke manier er nog duurzamer kan worden gebouwd.