Onze uitgangspunten om Veenendaal aardgasvrij te maken:
Betaalbaar
De overstap van het aardgas af moet betaalbaar zijn voor inwoners, bedrijven en betrokken partijen die de transitie uitvoeren.
Betrouwbaar
Aardgasloze technieken moeten net zo betrouwbaar zijn als wat wij gewend zijn. Ze moeten het vrijwel altijd doen, en weinig storing geven.
Duurzaam
Aardgasloze technieken moeten duurzaam zijn en de CO2 uitstoot verminderen.
Voor welke oplossingen kiezen we en waarom?
Om te bepalen welke techniek het meest geschikt is voor een buurt, kijken wij naar de volgende zaken:
1. Laagste maatschappelijke kosten
Welke techniek zorgt voor de laagste kosten voor de maatschappij? Dit zijn alle kosten die gemaakt worden door inwoners, bedrijven en overheden voor de aanleg en het gebruik van het systeem.
2. Laagste kosten voor woningeigenaren en huurders
Welke techniek zorgt voor de laagste kosten voor inwoners en lokale ondernemers? Dit zijn de kosten voor de maandelijkse energierekening en de kosten voor aanpassingen aan woningen en andere gebouwen. Zoals het aanbrengen van isolatie of het vervangen van het verwarmingssysteem. Lees meer over de financiering.
3. Eén oplossing voor de straat, buurt of wijk
De overstap moet zo makkelijk mogelijk worden voor inwoners en bedrijven. Het streven is daarom dat zo min mogelijk aanpassingen in de woning nodig zijn. Wanneer een buurt geschikt is – en dit ook de voorkeur heeft onder inwoners – wordt zoveel mogelijk gewerkt met een warmtenet. Voor een warmtenet zijn relatief weinig aanpassingen in de woning nodig.
4. Bewezen technieken
Voor aardgasvrije wijken kiezen we voor bewezen technieken, die al vaak in Nederland gebruikt worden.
Waar gaan we verkennen en waarom?
Er is nog niet besloten welke wijk als eerste overstapt op een nieuwe warmtevoorziening. Wel zijn er wijken geselecteerd om verder te verkennen. Hiervoor is gekeken naar de volgende zaken:
1. Combinatie met andere werkzaamheden
Op plekken waar al veel gebeurt, kan het logisch zijn om werkzaamheden te combineren. Denk bijvoorbeeld aan vervanging van rioleringen, renovaties van wooncomplexen en vernieuwing van de weg.
2. Eenvoud van de ingrepen
Door te starten met een “eenvoudige” buurt doen we leerervaringen op. Wat eenvoudige buurten zijn, bepalen we door het type en de ouderdom van de woningen in de buurt en de mogelijke technische oplossingen.
3. Kosten van de ingrepen
We onderzoeken de buurten waar we de laagste maatschappelijke kosten voor de aanpassingen voorzien.
4. Percentage bezit van woningcorporatie in de buurt
Corporatiewoningen kunnen fungeren als ‘startmotor’ voor veranderingen in de buurt, bijvoorbeeld grootschalige isolatieprojecten of aanleg van een warmtenet.
5. Ervaring en kennis opdoen
We onderzoeken verschillende soorten buurten. Bijvoorbeeld buurten met een verschillend bouwjaar. Zo krijgen we voor de hele stad een beter beeld wat er mogelijk is.